September was een jongen met een rijke fantasie. Altijd op zoek naar hoogspanning. Blind rennend richting de dood, of juist niet. Alle deuren in zijn hoofd stonden open. Deuren naar zijn waarheid toe, zijn wereldorde. September droomde veel. Dadaïstische scenes. Starend uit het raam, naar een mandarijnenschil, in de natte klei, naast een weggeschopte eend. In zijn hoofd slierten van pasta, al dente, gewoon niet gaar, bereid in een magnetron, die naar parfum rook. September deed maar wat, en kwam daar vaak mee weg. Soms moest hij huilen. Ineens. Om bomen, die woeien als marionetten. Om zijn zwarte kant, ook als hij het vanuit andere posities bekeek. Daar kon September alleen maar van weglopen. Langs de veels te smalle zeereep.
September, een jongen van de wind, aangetrokken, in de verte, door zand en suizen.
Jan & Jerry – november 2020.